GWR 0-6-0 Dean Goods 2325

 

Voorbeeld prototype.

Dit type locomotief  'Dean Goods' werd heel veel gebruikt op de branch lines van de Great Western Railway. Deze locomotieven zijn het eerst geconstrueerd en gebouwd door William Dean in 1883, niet minder dan twee honderd zestig van dit type zijn gebouwd tussen 1883 en 1899. Deze machines waren van het type met een binnenliggend frame, en waren iets korter dan hun voorgangers de 'Armstrong Goods' de wielbasis was 15'6" vergeleken met de 15'8" van de '388' serie. De eerste twintig hadden een ketel zonder dom en de vuurkist had dezelfde diameter als de ketel en sloot dan ook gelijk aan. De voedingswater kleppen zaten in de zijkanten van de vuurkist. De nummering liep van 2301 tot 2580.De 2538 is gebouwd in 1897 onder lot nummer 108. De locomotief werd geleverd met een S4 ketel later is de locomotief voorzien van een B4 Belpaire ketel. De uiteindelijke uitvoering van alle locomotieven in 1927 met een Belpaire vuurkist en een moderne ketel uitgevoerd met een taps uitlopende schoorsteen. De serie had een lange levensduur de laatste machine ging uit dienst in 1953.

Originele locomotief.

Deze foto laat de locomotief 2538 zien in de uiteindelijke uitvoering. De locomotief die gebouwd is heeft nummer 2325 gekregen.

 

 

 

 

 

 

 

Zijaanzicht loc plus tender.

 

 

 

Model.

Om het model te kunnen bouwen is gekozen voor een bouwpakket van Martin Finney. Deze kit is de meest complete kit dit je van dit model kunt kopen. Zoals bekend bij de Martin Finney kits kun je de locomotief in verschillende uitvoeringen / tijdperken bouwen. Er zijn extra onderdelen toegevoegd om de diverse uitvoeringen te bouwen. In de loop van de tijd zijn deze lokomotieven toch wel veranderd. De kit is geschikt om de locomotief en tender voor Fine Scale of voor ScaleSeven te bouwen. Ik heb gekozen voor de ScaleSeven standaard. Een stoomlocomotief is niet compleet zonder binnenliggend drijfwerk. Ook voor dit type locomotief is een bouwpakket te krijgen om de binnenliggende drijfstangen en stoomverdeling werkend te bouwen. Het frame is van nikkelzilver en de bovenbouw is messing. De gietdelen zijn messing en een aantal witmetalen. De wielen zijn van Slater's welke door mij zijn afgedraaid naar het ScaleSeven profiel. De handleiding is heel duidelijk met tekeningen en veel detail tekeningen, ook een stuklijst van de materialen is toegevoegd. Ik heb gekozen om deze locomotief te bouwen zoals deze reed in de jaren 30. Dit betekent dat de vuurkist uitgevoerd is als de Belpaire uitvoering. Ook de ATC inrichting is aanwezig in de cabine. Het de assen in het frame zijn gecompenseerd, dit geldt ook voor de tender assen. Het model is nu bijna klaar. Door de vele details neemt het bouwen van dit model toch een behoorlijke tijd in beslag.

Het frame.

Het frame is opgebouwd uit meerdere lagen. De basis is een nikkelzilveren frame waarop overlays zijn gesoldeerd. Dit past allemaal precies maar vereist wel enige nauwkeurigheid. De basis van het frame wordt samengesteld uit verschillende nikkelzilveren onderdelen.  Het frame bestaat uit frameplaten welke door tussenplaten op de juiste afstand worden gehouden. Voor een model volgens de ScaleSeven standaard moeten de tussenplaten worden gebruikt welke  de afmetingen hebben om de frameplaten op de juiste afstand te houden. Deze tussenplaten voor ScaleSeven zijn bij het bouwpakket gevoegd. Aan de buitenzijde van de frameplaten worden de overlays  gesoldeerd d.m.v het zgn. zweten. Deze overlays zijn heel gedetailleerde geëtste delen. In het frame worden de hornblocks gemonteerd. De beide achterassen zijn d.m.v compensatie stangen met elkaar verbonden. De vertragingskast en  motor moeten kunnen blijven bewegen.  Het voorste drijfwiel heeft een oplegging in het midden. Door deze constructie ontstaat de 3 punts ophanging. Aan het frame worden nog verschillende details gemonteerd zoals remblokken, zandstrooipijpen enz.

Hornblocks.

Alle assen zijn gelagerd in hornblocks. Duidelijk is te zien het ScaleSeven wiel wat precies past. De compensatie hevel is nog niet gemonteerd, maar gaat rusten op de bovenkant van de hornblock.

 

 

 

 

 

Voorste as.

De voorste as is als pendelas uitgevoerd.

 

 

 

 

 

 

 

Complete frame.

Het frame compleet maar nog zonder binnenliggende stoomverdeling.

 

 

 

 

 

 

 

Frame details.

De veren worden ook uit nikkelzilveren delen samengesteld.

 

 

 

 

 

 

 

Binnenliggend drijfwerk 1.

Het binnenliggende drijfwerk plus stoom verdeling moet worden samengesteld uit de set onderdelen die als bouwpakket wordt geleverd. Het maken van de krukas is nog wel even een klusje maar is noodzakelijk wil je een werkende binnenliggende mechaniek hebben.

Montage van het drijfwerk.

Voor het binnenliggende drijfwerk is een apart bouwpakket beschikbaar welke voor deze locomotief gekocht  kan worden. Ook  moeten de krukwangen om van de as een krukas  te maken apart worden gekocht. De bijgevoegde instructie maakt het bouwen van het complete binnenliggende drijfwerk relatief eenvoudig. Grote voorzichtigheid is geboden bij het  solderen van de krukwangen op de as.  Als de verschillende onderdelen correct gemonteerd zijn zal het binnenliggende drijfwerk soepel moeten kunnen bewegen. Als er iets aanloopt of klemt kijk dan goed waar dit gebeurt. Vaak zijn een braam of een verbogen onderdeel de oorzaak van het  niet goed lopen van het binnenliggende drijfwerk. Probeer het niet  te verbeteren door middel van smeren. Smeer het binnenliggende drijfwerk pas als de locomotief geheel klaar is en al soepel loopt.  Te vroeg  smeren verdoezelt het echte probleem alleen maar. En wat vervelend is het blijft je achter volgen. Omdat er is gekozen voor ScaleSeven is er voldoende ruimte tussen de frameplaten om alles netjes te monteren en klemvrij aan de praat te krijgen. Heel belangrijk is om goed op de ruimte tussen de nietjes van de schaarbeweging te letten. Te veel ruimte dan gaat het geheel wiebelen en raakt een naastliggend onderdeel, te weinig ruimte zorgt er voor dat de zaak klem loopt.

Binnenliggend drijfwerk 2.

En zo komt her er dan uit te zien alles netjes gemonteerd. Een technisch detail is dat de as met de mechaniek ook nog gecompenseerd is. Dit betekent dat de bewegingen van de rail ook gevolgd worden door het stangenstelsel. Als alles zonder smering goed loopt dan ben je een grote stap verder.

 

 

 

De compensatie.

De compensatie hefboom is duidelijk zichtbaar. Aan beide kanten van het frame is een boom aanwezig. Het draaipunt is aan de frame platen bevestigd. Op de achterste as komt ook nog de ABC vertragingskast met motor en dit geheel kan ook weer de bewegingen van de as volgen. De assen zijn allemaal d.m.v hornblocks met het frame verbonden. De voorste as beweegt om het middelpunt van de as.

 

Overgang loc - tender.

Tussen de locomotief en de tender is een bewegelijke overgang gemaakt. De overgangsplaat moet nog worden gemonteerd.

 

 

 

 

 

De voetplaat en cabine.

De voetplaat is niet ruim bemeten en de cabine mag eigenlijk niet cabine genoemd worden. Maar goed met het dak er op geeft het bescherming aan de stoker en machinist. Aan de rechter kant zijn de delen te zien die voor de werking van het ATC ( Automatic Train Control) systeem zorgden. Bij de GWR waren ze al heel ver met het toepassen van een soort van treinbeïnvloeding. Voorop de lok onder de bufferbalk was een contactschoen bevestigd die een signaal van een contactrail afnam bij onveilig sein. Deze contact rail was in het midden van het spoor aangebracht. Je kunt het vergelijken met de in België nog in gebruik zijnde "crocodile". Ook de HSM heeft geëxperimenteerd met dit Engelse systeem maar omdat de batterijen tijdens de 1e wereld oorlog slecht verkrijgbaar waren is men gestopt met invoering van dit systeem.  Zoals te zien zijn alle bedienings- elementen aanwezig op de locomotief. De machinist en stoker konden zelfs gaan zitten op een klapstoeltje wat aan de zijkanten was gemonteerd. Onder het klapstoeltje van de machinist (rechts) was de kast gemonteerd voor de batterijen om het eerder genoemde ATC systeem te voeden.

Het ketelfront.

Het ketelfront is rijkelijk voorzien van alle noodzakelijke appendages. De wijzerplaten moeten nog worden aangebracht, het front zwart geschilderd en het koper gepoetst zo hoort het ook op een modellocomotief. Het ketelfront samenbouwen met al de priegelige onderdeeltjes is altijd een leuke klus om te doen. Al deze onderdeeltje maken deel uit van de sublieme kit ontwikkeld en geproduceerd door M. Finney.

 

Ketelfront afgewerkt.

De meters zijn voor zien van schaal indelingen en een imitatieglas. De schaal indelingen worden geleverd door CPL. Het imitatie glas is een laag Christal Clear.

 

 

 

 

 

Zij aanzicht.

De loc begint vorm te krijgen. De rookkastdeur moet nog worden geplaatst. Overwogen wordt om nog een speaker in de rookkast te plaatsen. De sound module en decoder worden in de tender gemonteerd daar is toch plaats genoeg.

 

 

 

De water scope.

Om tijd te besparen waren een groot aantal GWR tenders uitgerust met een z.g.n water scope. Dit apparaat werd tijdens het rijden neergelaten in een ijzeren goot welke op een groot aantal plaatsen van het spoorwegnet tussen de rails waren gemonteerd. Met behulp van een pompsysteem werden deze goten vol water gehouden. Door de snelheid werd het water door de scope omhoog gestuwd en in de tender gelaten. De Dean Goods reed niet zo snel maar had toch voldoende snelheid om het water te laten opnemen. Het scheelde weer een stop op een zijspoor.

Alvast op de nieuwe S7 baan.

Even op het zijspoor van Minehead neergezet.

 

 

 

 

 

 

Inbouw elektronica.

In de tender is genoeg ruimte om de ESU sounddecoder en hert ESU Powerpack in te bouwen. Om het aansluiten en monteren gemakkelijk te maken is er een MTC basis module gemonteerd waarop de soundmodule gestoken kan worden en de bedrading netjes op soldeereilandjes kan worden afgewerkt. De bedrading is door 2 dunne krimpkousen gevoerd om zo netjes door het frame geleid te worden. De bedrading wordt afgemonteerd op een 22 polige konnektor.

Konnektor aansluiting.

De 22 polige konnektor is voorzien van de bedrading die naar de locomotief gevoerd moet worden. De motoraansluiting is voor de zekerheid met dubbele bedrading uitgevoerd. De contra konnektor bevind zich onder de voetplaat van de locomotief.

 

 

 

ESU Powerpack.

Om de elektronica ook nog van spanning te voorzien als er onverhoopt geen contact met de rail wordt gemaakt is een powerpack toegevoegd. Dit ESU powerpack wordt direct aangesloten op de ESU sounddecoder. De elektronica van het powerpack zorgt er voor dat als er geprogrammeerd moet worden op de programmeerrails dit zonder problemen kan. Verder zorgt de elektronica ervoor dat de buffercondensator correct geladen wordt. Geen goedkoop onderdeel maar wel een extra toevoeging om de locomotief betrouwbaar te kunnen laten rijden.

Luidsprekers.

De locomotief wordt voorzien van 2 16mm  luidsprekers. Beide komen in de locomotief. Luidspreker 1 komt in de rookkast en luidspreker 2 tussen het frame achter de vuurkist. Door voor deze posities te kiezen komt het geluid op de juiste plaatsen uit de locomotief. Vaak wordt de tender als luidspreker locatie gebruikt maar dit is niet de meest effectieve plaats.

 

 

Werkende verlichting.

De GWR 0-6-0 Dean Goods wordt voorzien van de juiste lantaarns welke gebruikt werden in de periode rond 1900 - 1910. CPL levert deze lantaarns. Om ze ook te laten branden wordt in iedere lantaarn een SMD ledje in gebouwd. Dit is een geduld werkje maar het resultaat is prima. Het voordeel van een CPL lantaarn is dat de kunststof lens los meegeleverd wordt.

 

 

Onderzijde locomotief.

Alles heeft zijn plaats gevonden tussen de frameplaten. De inside motion, luidspreker, ABC gears aandrijving, plus Hall sensor voor de synchronisatie van het geluid.

 

 

 

 

 

Zicht op de voetplaat.

De voetplaat is niet ruim bij deze locomotief. Alle bedieningselementen en de controle meters hebben hun plaats gevonden en er is ook nog ruimte voor de machinist en de stoker.

 

 

 

 

Complete locmotief.

De GWR 0-6-0 Dean Goods is compleet en klaar de nummer en fabrieksplaten zijn aangebracht en alles werk naar behoren. Alleen op het laatste moment is voor een ander nummer gekozen n.l. 2325.

 
  • Schaal 1:43½
  • ScaleSeven standaard.
  • Spoorwijdte 33,0 mm
  • Registratie nummer 2325
  • Bouwpakket locomotief: Martin Finney.
  • Bouwpakket tender: Martin Finney.
  • Materiaal: messing en nikkel zilveren etsdelen.
  • Details: Messing gietwerk en enkele witmetalen delen.
  • Belettering manometers: CPL Products.
  • Aantrekbouten ketel en vuurkist banden: Laurie Griffin Models.
  • Lantaarns: CPL Products.
  • Motor en gearbox:  ABC gears met een 30:1 overbrenging en uitgerust met een Mashima motor.
  • Wielen: Slater's geprofileerd naar ScaleSeven standaard.
  • Crankpins: Derek Mundy Heavy Duty Crankpins
  • Buffers: Slater's GWR Dean Tapered buffers artnr: 7908
  • Toolkit : Laurie Griffin Large Toolkit  artnr: 18-7.
  • Nummer en fabrieksplaten SevernMill Nameplates.
  • Gewicht: 976 Gram.
  • Decoder: ESU sounddecoder V4.0 uitvoering 2012.
  • Geluidsmodule: Is geïntegreerd in de ESU sounddecoder.
  • Luidsprekers: ESU 16mm rond type met klankkast.
  • Verf: RailMatch, Indian Red, Chinese Red, Pre.1928 GWR Green.
  • Waarding bouwpakketten: 9.0
  • Project afgerond 20161001.
  • Model is gebouwd door CdJ
  • Foto's van het model © CdJ.
  • Informatie op zondag 22 januari 2017 door CdJ bijgewerkt.